Wat is dat toch?
Met kleine schokjes barst een laag open
Als zestigjarige
knipper ik één keer met m’n ogen en ik ben zestig jaar verder.
Nou….vooruit…veertig
jaar.
Gaandeweg mijn
eerste twintig jaren hebben zich allerlei lagen over mij heen gezet. Als een ui
heb ik deze weer afgepeld. Nooit kan ik weten wie ik “nu echt ben”.
Alles vormt zich
tot één geheel. Dat kan ook niet anders.
Door iedere nieuwe
situatie vormt zich een laagje bewustwording, dat doordringt tot een
dieperliggende laag.
Dat kan een
situatie in het dagelijks leven zijn, het kan komen door het kijken van een
film of het lezen van een boek. Vandaag is dat het kijken naar een film.
Sommige lagen
hebben meerdere schokjes nodig om open te barsten. Om daadwerkelijk afgepeld te
worden. Zodat er geheeld kan worden en nieuwe paden zich ontvouwen.
Daar voel ik mij
rijk door.
Vroege ervaringen houden mij in hun greep
Ik werd en word beïnvloed
vanaf de eerste dagen na mijn geboorte, wellicht zelfs daarvóór al, tot en met
het heden. Ooit vroeg zich iemand af, wat het betekent om “jezelf te vinden”.
Wie is die “jij”, die “zelf”?
Die termen zijn
niet als absoluut te nemen.
Tegelijkertijd heb
ik vele momenten in de afgelopen dertig jaar gekend, waarin ik dingen uit mijn
verleden in de ogen heb kunnen kijken. Soms schokkend om dan vast te moeten
stellen hoe twee van die ervaringen mijn leven, tot een aantal jaren geleden, mij
totaal in zijn greep hadden.
Dertig jaar geleden
ben ik gaan graven. Gelukkig maar. Want steeds méér kom ik tot het besef dat ik
daarmee een grote schat gevonden heb: geluk. Dat gevoel kan en wil ik niet definiëren
of omschrijven. Het is er en ik heb daar knalhard voor gewerkt. Met de nodige
offers.
En soms bekruipt
mij het gevoel dat het zo ontzettend jammer is, dat dit zo heeft moeten lopen.
Dat gevoel blijft maar kort. Want zo is het leven. Voor iedereen. Dus ook voor
mij.
En dan dat sabotagestemmetje
Een klein
sabotagestemmetje in mijn hoofd blijft nog, als residu van mijn vroegere
levensloop.
Waarom lijk ik op
sommige momenten mijzelf in de weg te staan? Waarom doe ik, op de momenten dat
het kan, niet datgene waar ik energie en vreugde van krijg?
Het is een
retorische vraag. Ik hoef geen antwoord.
Een liefdevolle schop
En steeds méér kom
ik tot het besef dat van een mensenleven maar héél weinig overblijft.
Het besef van vergankelijkheid
roept mij tot de orde.
“Sta jezelf niet
in de weg, geef jezelf die liefdevolle schop onder de kont om activiteiten te
ontplooien waar je je fijn door voelt, waar je energie van krijgt.”
Meer vraagt het
leven niet van mij.
Waar ik energie
van krijg?
Mijn relatie, contact
met mijn zoon en mijn vader & zus, familiegeschiedenis en archiefonderzoek,
mediteren, muziek luisteren, reflecteren en schrijven, goede vriendschappen, koken
en eten en last but not least: mijn emoties erkennen en laten stromen.
De maalstroom versus Tijd en Vergankelijkheid
Net als ieder
ander mens wil ik graag de dingen om mij heen onder controle hebben, èn word ik
meegezogen in een maatschappelijke maalstroom die mij eigenlijk niet past.
Stress, haast,
materialisme, de enorme mogelijkheden die de digitale wereld biedt….altijd maar
bezig.
In één keer stap
ik uit die maalstroom en ontdek een vruchtbare, waardevolle wereld die oneindig
groter en mooier is dan die maalstroom.
Het is de kunst,
die twee werelden te combineren.
Het leven is te
kort en te vergankelijk om enkel de maalstroom als werkelijkheid te ervaren.
Vanmiddag
knipperde ik figuurlijk één keer met mijn ogen.
Daarna wist ik het
moment van reflecteren en schrijven te pakken.
Wat een prachtige
middag is dit geworden.
Met een traan èn
een glimlach.