maandag 3 oktober 2016

Het leven is te kort om tijd te verliezen. Het leven is lang genoeg om al mijn passies te leven.


Mijn beginsel: overal zie ik mogelijkheden en kansen. Altijd.
Als ik bedenk hoe ik wordt aangeraakt door tv-items of artikelen in kranten of tijdschriften die op een of ander wijze zijn gelinkt aan geschiedenis, dan voel ik me net een ongeleid projectiel.
In die zin, dat het bijna tastbaar te maken is hoe ik m’n weg hier in wil vinden of te vinden heb. Maar niet weet hoe.
Hoe ik een tijd heb in te halen om alsnog ‘mijn bestemming’ te vinden.

‘Mijn bestemming’…..niet zonder reden tussen aanhalingsteken want alles wat ik tot nu toe heb gedaan,  heeft steeds ‘een bestemming’.
Maar familiegeschiedenis, geschiedenis in het algemeen, regionale geschiedenis, archiefwerk, schrijven en fantasie de vrije loop laten…….het zijn allemaal ingrediënten die mij triggeren. Die nu eindelijk bewust naar boven kunnen dwarrelen.
Maar de ingrediënten vliegen nog te vrij door de ruimte. Lijken geen samenhang te hebben.

Dus waarheen?
En vooral: hoe geef ik die vonken van aanzet, nu in mijn leven, handen en voeten zonder te blijven hangen in dooddoeners zoals ‘kon ik mijn werkzame leven maar over doen…’
En ik heb nergens spijt van. Dus hoe zou ik van deze kriebel, die al van jongs af aan aanwezig is, een passionele bezigheid kunnen maken.

Ideeën zijn er. Hoe pak ik ze aan? Wie kan mij dat zetje in de rug geven? Wie kan ik aanspreken als een soort van mentor? Theoretische kennis vergaren. Plannen van aanpak maken. Vragen bedenken.
Ik weet wel iemand.

Niet voor niets zijn het de historici die in archieven duiken en boeken schrijven over hun onderwerp. Mensen die geschiedenis hebben gestudeerd.
Niet voor niets zijn het medewerkers uit diverse familiearchieven die artikelen schrijven in tijdschriften over genealogie. Zij zitten volop in hun werkzame leven in archiefinstellingen met navenante studies.
Ik heb daar een achterstand in als het gaat om de studies en de werkomgevingen.
Maar heb ik werkelijk een achterstand?
Of is de stap van triggeren naar “handen en voeten geven’ nu juist die missing link vanwege afwezigheid van studiekennis en werkervaring?
Iets in mij gelooft daar niet in. Iets in mij zegt, dat ik een spreekwoordelijk toverstokje van Tinkle Bell nodig heb en dat ik dan iedere keer ga als een trein.

Ik zie kansen, ik zie mogelijkheden. En elk idee pak ik aan. Totdat het werkt en ik het goeie toverstokje gevonden heb. Pas dan heb ik de rust in m’n donder en werk ik mijn eigen ideeën uit, in mijn eigen tempo. Tot die tijd schijn ik haast te hebben. Het leven is te kort om tijd te verliezen. Het leven is lang genoeg om al mijn passies te leven.
Ik weet wel iemand.

Zou mijn gevoel kloppen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten